Je bent een soort ‘spin in het web’. Je hebt contact met onderzoekers (artsen), het researchpersoneel (bijvoorbeeld verpleegkundigen), functieafdelingen binnen een ziekenhuis en andere derde partijen zoals een centraal laboratorium. Ook onderhoud je bij je werkgever diverse contacten, bijvoorbeeld met een hoofdkantoor of de opdrachtgever.
Je monitort een klinische studie om te controleren of de rechten en het welzijn van de proefpersonen beschermd worden. Ook ga je na of de gegevens uit het onderzoek juist en herleidbaar zijn en of de uitvoering van het onderzoek volgens de geldende wet- en regelgeving is uitgevoerd. Je wordt dus een expert op het gebied van processen en protocollen. Daarnaast moet bij een nieuw geneesmiddel dat op de markt komt, eerst worden aangetoond dat het een bepaald gewenst effect heeft en dat de ongewenste effecten (bijwerkingen) in verhouding staan tot de ernst van de ziekte.